3+1 Transities naar duurzaam ondernemerschap – Met de SDG’s en data

De Sustainable Development Goals (SDG’s) vieren hun zesde verjaardag. Hoewel MKB-bedrijven (62% van de Nederlandse werkgelegenheid) een enorm belangrijke rol vervullen om deze duurzame doelen te bereiken, zijn de meeste MKB-bedrijven er niet bekend mee.

Het belang van het verduurzamen van bedrijven is haast niet te onderschatten. Steeds meer pensioenfondsen halen hun beleggingen weg bij bedrijven die te weinig aandacht geven aan duurzaamheid. Shell staat door een verloren historische rechtszaak over klimaatverandering zwaar onder druk om in versneld tempo de CO2-uitstoot te reduceren. Ook voor MKB-bedrijven is dit relevant. Een MKB-ondernemer die niet aantoonbaar duurzaam onderneemt, loopt het risico dat bedrijf bij verkoop veel minder waard is, of nog erger, onverkoopbaar blijkt te zijn.

Genoeg redenen voor MKB-bedrijven om de SDG’s te omarmen. Maar hoe? Waar begin je? Hiervoor beschrijven we 3+1 transities die MKB-bedrijven moeten maken om zich om te vormen naar duurzame onderneming.

Transitie 1: Ondernemen met impact gaat verder dan energie en afval

Bij maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid denken bedrijven vooral aan alternatieve vormen van energie, zoals zonnepanelen en elektrische auto’s en de reductie van afval.

Voor een duurzame wereld is het slechts een druppel op een gloeiende plaat.

Van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) is sprake als people (mensen) en planet (planeet/milieu) harmonieus gecombineerd worden met profit (winst). Het idee van MVO -voor de hele wereld- is uitgewerkt in de Sustainable Development Goals.

De Sustainable Development Goals (SDG’s) zijn in 2015 door de Verenigde Naties vastgesteld als de nieuwe mondiale duurzame ontwikkelingsagenda voor 2030. Ze worden gepromoot als de wereldwijde doelstellingen voor duurzame ontwikkeling. Er zijn 17 doelstellingen en 169 onderliggende targets om deze doelen vóór 2030 te operationaliseren. De lidstaten moeten zelf zorgen voor vertaling in nationaal beleid.

De eerste transitie is dat MKB-bedrijven de SDG’s leren kennen en zich realiseren dat het bedrijf op veel meer manieren impact kan hebben op de maatschappij.

Transitie 2: Bekijk de hele waardeketen

Veel bedrijven zullen bij het verbeteren van maatschappelijke impact (people en planet) beginnen met operationele verbeteringen, gericht op het verbeteren van effectiviteit en efficiency van het primaire proces.

De impact van een onderneming gaat echter veel verder. Voor het verbeteren van de maatschappelijke impact zal de hele waardeketen in kaart gebracht moeten worden.

Bij het in kaart brengen van de waardeketen wordt ook rekening gehouden met de kerncompetenties, technologieën, activiteiten en producten/diensten die impact (kunnen) hebben op een of meer van SDG’s.

Iedere grondstof of halffabricaat heeft impact op de omgeving. Er vinden transportbewegingen plaats. Er zijn mensen die een inkomen verdienen en een gezin moeten onderhouden. Stroomopwaarts kan worden bekeken wat de impact is van het gebruik van het product en de bestemming aan het einde van het leven van het product.

Voor een strategische benadering van de SDG’s is de eerste taak het uitvoeren van een beoordeling op de huidige, potentiële, positieve en negatieve gevolgen van de bedrijfsactiviteiten in de hele waardeketen op de SDG’s. Vervolgens kunnen positieve effecten worden opgeschaald en negatieve effecten kunnen worden verminderd of vermeden.

Niet alle 17 SDG’s zullen even relevant voor ieder bedrijf zijn. De mate waarin een bedrijf aan elk kan bijdragen zal afhangen van veel factoren.

Transitie 3: Geïntegreerd denken: Financieel + Maatschappelijk

In het traditionele denken wordt bij waarde gedoeld op de waarde die wordt gecreëerd voor de klant en waarop het bedrijf het verdienmodel kan baseren.
Geïntegreerd denken is een nieuwe manier van denken over waardecreatie van een onderneming, waarin de onderneming kijkt naar financiële en niet-financiële waardecreatie op de korte, middellange en lange termijn voor zowel bedrijf als maatschappij, en deze onderdeel maakt van de bedrijfsstrategie en businessmodel.

Bij geïntegreerd denken stelt een bedrijf zich de volgende vragen:

  • Creëer ik waarde voor mijn klanten?
  • Creëer ik een positieve impact voor people, in de hele waardeketen?
  • Creëer ik een positieve impact voor de planet, in de hele waardeketen?

Een bedrijf met een drievoudige waardecreatie zal door te groeien alleen maar meer positieve maatschappelijk impact creëren. Dat in tegenstelling tot bedrijven met een negatieve maatschappelijke impact: zij zullen door te groeien meer schade aanrichten aan de ecologische en sociale omgeving.

Drievoudige waardecreatie begint met een missie met de impact die het bedrijf wil bereiken, ook op sociaal en ecologisch gebied.

Een bedrijf kan met een aantal eenvoudige vragen checken in hoeverre er al ‘geïntegreerd’ wordt gedacht:

Is de missie alleen gericht op de klant, aandeelhouders en financiële doelen? Of is deze ook gericht op de impact op de sociale en ecologische omgeving?

  • Is het verdienmodel van het bedrijf dusdanig, dat het bij groei een positieve maatschappelijke impact levert? Of zal het bij groei schade aanrichten aan mens en milieu?
  • Zijn de lange- en kortetermijndoelstellingen van het bedrijf gericht op financiële doelen? Of zijn er ook doelstellingen gebaseerd op de Sustainable Development Goals?
  • Worden medewerkers verantwoordelijk gesteld voor financieel gerelateerde kengetallen? Of zijn hun kengetallen verbonden met duurzame doelen van het bedrijf?

De ultieme situatie is dat een bedrijf een geïntegreerd verdienmodel heeft, waarin gelijktijdig een maatschappelijk probleem opgelost wordt (people en planet), waarmee het bedrijf een financieel verdienmodel heeft (profit).

Transitie 3+1: Financieel + Maatschappelijk + Data

En dan transitie 3 + 1…

De verbetering van maatschappelijke impact hoeft niet ten koste te gaan van de financiële performance van een onderneming. Sterker nog: Als we beide grootheden, beginnend vanuit de bedrijfsstrategie goed combineren en operationeel uitwerken, blijkt dat ze niet alleen te combineren zijn, maar ook versterkend kunnen werken. Tevens blijkt dat in de uitwerking van de strategie naar de dagelijkse operaties steeds meer procesmatig op elkaar gaat lijken daardoor ook makkelijker gezamenlijk te implementeren is.

Een voor het MKB voor de hand liggende vraag is hoe de SDG’s voor hen praktisch toepasbaar zijn. Wat betekenen de SDG’s in de praktijk van de dag? Analoog aan de financiële performance-indicatoren heeft REDview BI voor iedere SDG een set aan objectief meetbare en vergelijkbare KPI’s gekoppeld. Hierdoor wordt een SDG voor een MKB-onderneming herkenbaar, toepasbaar, meetbaar en vergelijkbaar.

De toekomst van ondernemerschap is geïntegreerd en datagedreven.

Als bedrijven de omslag naar duurzaam ondernemerschap willen gaan bereiken, dan is het dus noodzakelijk om objectief meetbare en zichtbare prestaties op het gebied van circulair ondernemen vast te gaan leggen en te tonen. De omslag dient gevolgd te kunnen worden via duidelijke, objectieve en tussen bedrijven vergelijkbare KPI’s die realtime kunnen worden getoond. Alleen hierdoor (objectief meetbaar en vergelijkbaar) kan er een vooruitgang plaatsvinden op het gebied van circulair ondernemen.

Bedrijven die zich bewegen op het snijvlak tussen Maatschappelijk, Financieel en Data(gedrevenheid) maken op het gebied van het verbeteren van maatschappelijke impact de snelste vooruitgang.