Category Archives: Redtalk

Help, de omzet sluit niet aan!

Help, de omzet sluit niet aan!

We zien het in onze praktijk regelmatig gebeuren.

Sales en Finance, twee cruciale pijlers van een organisatie, hebben verschillende definities van het essentiële kengetal Omzet.

Sales zegt ’10 miljoen euro’ en Finance beweert ‘9 miljoen euro’.

Vanuit het oogpunt van ‘één versie van de waarheid’ is dit natuurlijk onwenselijk. In deze REDtalk duiken we dieper in dit dilemma en zullen we het mysterie van de niet-aansluitende omzet ontrafelen en oplossen.

 

Verschillende werelden: Finance en Sales

Hoe kijken Sales en Finance dan meestal naar omzet?

Sales bekijkt de omzet vanuit de facturen (en orders, maar laten we dat maar even buiten beschouwing laten).

De analyse van sales en marge kun je het beste vanuit de verkoopfacturen doen, zoals ons REDboard Sales en marge. Hierin staat de meeste detailinformatie, zoals klant, product(groep), kostprijs, marge etc. Deze informatie is niet beschikbaar in het grootboek. 

Finance bekijkt omzet vanuit het grootboek.

Verkoopfacturen worden automatisch doorgeboekt naar grootboekrekeningen in rubriek 8, zoals bijvoorbeeld grootboekrekening 8000 Omzet BTW hoog. Het doel van de informatie in het grootboek is inzicht in de ontwikkelingen het resultaat, omzet en kosten, zoals ons REDboard Financieel.

Hoe ontstaan verschillen tussen omzet uit verkoopfacturen en omzet grootboek?

Er zijn 3 hoofdoorzaken van verschillen tussen de omzet volgens sales en finance. 

Spoiler: Ze zijn ook op te lossen.

1. Rubricering

Verkoopfacturen worden automatisch doorgeboekt naar de financiële administratie naar een aantal grootboekrekeningen.

In de financiële administratie wordt de omzet gepresenteerd als totaal van meerdere grootboekrekeningen in rubriek 8. Mogelijk is deze rubricering ruimer of krapper dan de grootboekrekeningen waarnaar de facturen doorgeboekt zijn, waardoor er geen zichtbare aansluiting is.

2. Kortingen

In veel salesdashboards worden kortingen, zoals betalingskorting of jaarbonus, in mindering gebracht. Hiervoor wordt gekozen uit voorzorg en kan worden gezien als een voorcalculatorische korting.

In de financiële administratie wordt de betalingskorting pas geboekt als de klant deze in mindering heeft gebracht bij een betaling. Hierdoor zullen dus verschillen ontstaan.

3. Memoriaalboekingen

In de financiële administratie kunnen correcties gemaakt worden met memoriaalboekingen. Als deze worden geboekt op grootboekrekeningen waar ook verkoopfacturen op geboekt worden, zal er vanuit het grootboek geen zichtbare aansluiting meer zijn met de verkoopfacturen.

 

Hoe oplossen?

De oplossing is een combinatie van afspraken (KPI’s), procedures en controles.

Financiële administratie kan voor het volgende zorgen:

  1. Maak eenduidige definities van de KPI’s. Wat is bruto-omzet? Wat is netto-omzet? Is er bij kortingen verschil tussen voorcalculatie en werkelijkheid?
  2. Maak aparte rubrieken voor Omzet uit facturen (die aansluit bij het brutobedrag van de verkoopfacturen) en Omzet overig (met memoriaalboekingen zoals kortingen).
  3. Maak geen memoriaalboekingen op grootboekrekeningen waarop de verkoopfacturen geboekt worden.
  4. Controleer de aansluiting periodiek en pas indien nodig foutieve boekingen aan.
  5. Bespreek de verschillen tussen voorcalculatorische en werkelijke kortingen met sales

Controlepagina voor aansluiting omzet

Met een controlepagina kan de aansluiting automatisch inzichtelijk gemaakt worden. In één oogopslag wordt de aansluiting getoond en worden mogelijke verschillen verklaard (in een apart venster met ‘verdachte’ grootboekmutaties).

Bij het REDboard Financieel en REDboard Sales en marge zal de aansluiting automatisch inzichtelijk gemaakt worden.

Een einde aan de cashflow confusion? Cashflow uitgelegd in 3 definities (en hoe te automatiseren in Power BI)

Een einde aan de cashflow confusion? Cashflow uitgelegd in 3 definities (en hoe te automatiseren in Power BI)

De cashflow is een van de belangrijkste graadmeters voor een bedrijf. Een gebrek aan cashflow kan zelfs bij succesvolle bedrijven voor een faillissement zorgen. 

Cashflowproblemen worden vaak pas gesignaleerd als het (bijna) te laat is. Het opstellen van een cashflow statement en forecast wordt vaak achterwege gelaten omdat het te veel tijd kost. Daarnaast kan er verwarring ontstaan over de verschillende cashflowtermen.

In deze REDtalk zullen we alle cashflowtermen langs laten stromen.

Wat is cashflow? Wat is een cashflow statement? Wat is een cashflow forecast? En hoe kan Power BI meer inzicht geven in de cashflow?

Ontdek het REDboard Cashflow

Wil je continu grip op de
cashflow met Power BI ?

Wat is cashflow?

Met de cashflow wordt de in- en uitstroom van liquide middelen bedoeld. Anders dan de resultatenrekening, dat opbrengsten en kosten toont, is de cashflow (kasstroom) het verschil tussen de ontvangsten en uitgaven.

De stand van de liquide middelen aan het einde van een periode kan worden berekend door de beginstand te verhogen met de (verwachte) kasstroom.

  • Cashflow statement: gerealiseerde kasstroom (verleden)
  • Cashflow forecast: geprognotiseerde kasstroom (toekomst)

Cashflow statement

Het cashflow statement, ook wel het kasstroomoverzicht genoemd, verklaart de verandering in het saldo van de liquide middelen. Misschien herken je dit wel uit de jaarrekening van de accountant als ‘staat van herkomst en besteding der middelen’.

Het kasstroomoverzicht kan op twee verschillende manieren worden gepresenteerd, met uiteraard dezelfde uitkomst. Er is een directe methode en een indirecte methode.

Indirecte methode

Het uitgangspunt van het cashflow statement indirecte methode is het operationele bedrijfsresultaat ofwel de EBITDA. De EBITDA is de winst vóór aftrek van rentekosten, belastingen, afschrijving en afboekingen (Earnings Before Interest, Tax, Depreciation and Amortisation).

Het operationele resultaat wordt gecorrigeerd voor posten zoals investeringen, aflossingen en mutaties werkkapitaal, zoals debiteuren en crediteuren.

De indirecte methode maakt goed inzichtelijk dat een -bijvoorbeeld- positief operationeel resultaat door investeringen en aflossingen kan leiden tot een negatieve kasstroom.

cashflow indirecte methode power bi
De cashflow indirecte methode verklaart het verschil tussen de EBITDA en de netto kasstroom (voorbeeld uit ons Power BI dashboard)

Directe methode

De basis voor het cashflow statement directe methode zijn de werkelijke geldstromen. De basis van het overzicht zijn alle mutaties uit het bankboek van de administratie. Van de ingaande en uitgaande geldstromen wordt samengevat waar deze vandaan komen of naartoe gaan.

cashflow directe methode power bi
De cashflow directe methode toont de werkelijke geldstromen en gaat uit van de mutaties in het bankboek (voorbeeld uit ons Power BI dashboard)

Cashflow statement in Power BI

In het REDboard Cashflow wordt het cashflow statement dagelijks automatisch vernieuwd op basis van grootboekmutaties en gepresenteerd als zowel de directe als indirecte methode. Hiermee heb je direct inzicht in de (ontwikkeling van de) cashflow tot vandaag.

In het overzicht tonen de rode balken waar de liquide middelen naartoe zijn gegaan en de groene balken waar deze vandaan komen. In een demo kunnen we tonen hoe je door op de balken te klikken de relevante mutaties kunt zien en verder analyseren.

Het CASHflow statement werkt ook voor meerdere entiteiten, geconsolideerd.

Financieel dashboard Cashflow statement in Power BI
Financieel dashboard Cashflow statement in Power BI

Cashflow forecast


Een cashflow forecast (cashflowprognose) geeft inzicht in de verwachte ontwikkeling van de liquiditeit van het bedrijf. Het belangrijkste doel van de cashflow forecast is om tijdig in te kunnen spelen op verwachte liquiditeitsoverschotten en -tekorten.

De cashflow forecast laat de verwachte standen van het banksaldo zien voor een bepaalde periode in de toekomst en een gedetailleerde herkomst en besteding van de middelen.

Cashflow forecast in Power BI

Het REDboard Cashflow forecast geeft snel inzicht in toekomstige ontwikkeling van de cashflow op basis van de begroting, inclusief investeringen en aflossingen en overige balansmutaties.

Op basis van een gekoppelde begroting wordt de toekomstige liquiditeitspositie snel en haarscherp inzichtelijk gemaakt.

Je kiest zelf de termijn waarop je vooruitkijkt en kunt zelf makkelijk aanpassingen doorvoeren. Voorbeelden hiervan zijn nieuwe toekomstige investeringen, aflossingen op leningen, extra medewerkers, dividenduitkeringen etc. Je kunt dus zelf met de toekomst gaan spelen en direct het effect op de toekomstige liquiditeitspositie zien. 

Power BI cashflow forecast
Het REDboard Cashflow forecast toont de cashflow volgens de directe en indirecte methode.

Cashflow management in Power BI

Het REDboard Cash management toont op weekbasis de verwachte ontwikkeling van de liquiditeit op basis van banksaldo, vrijval debiteuren en crediteuren en begroting op weekbasis.

Met parameters kunnen debiteuren en crediteuren doorgeschoven worden.

Met de solide basis van andere modules en een begroting op weekbasis heb je direct zicht op de verwachte ontwikkeling van de cashpositie.

Power BI Cashflow management
Het REDboard Cash management toont op weekbasis de verwachte ontwikkeling van de liquiditeit op basis van banksaldo, vrijval debiteuren en crediteuren en begroting, inclusief balansmutaties.

Wil je meer grip op de cashflow met Power BI?

Vraag dan nu de gratis online demo aan en ontdek de mogelijkheden

Waarom de Chief Financial Officer (CFO) binnenkort niet meer bestaat: van CFO naar CVO

Waarom de Chief Financial Officer (CFO) binnenkort niet meer bestaat: van CFO naar CVO

De Chief Financial Officer (CFO)  heeft altijd al een cruciale positie bekleed binnen organisaties. CFO’s waren verantwoordelijk voor het beheer van de financiën, het rapporteren van de financiële prestaties en het waarborgen van de naleving van regelgeving.

Echter, in een snel veranderende zakelijke omgeving, waarin technologie en disruptieve innovaties de norm zijn geworden, wordt er van CFO’s verwacht dat ze een veel bredere rol spelen. Deze evolutie heeft geleid tot de opkomst van de “Chief Value Officer” – een CFO die zich richt op het creëren van waarde voor het bedrijf op diverse gebieden. 

In deze REDtalk zullen we de ontwikkeling van CFO naar Chief Value Officer onderzoeken en de belangrijkste veranderingen en uitdagingen bespreken.

 
De transformatie van CFO naar Chief Value Officer markeert een verschuiving in de rol van financiële leiders binnen organisaties.

Wil je meer weten over de rol van CVO en hoe dit in jouw bedrijf te realiseren is?

1. Strategische oriëntatie

Terwijl de traditionele CFO voornamelijk gericht was op financieel beheer, wordt van de Chief Value Officer verwacht dat hij of zij een bredere strategische oriëntatie heeft. De CFO moet een actieve rol spelen bij het definiëren en uitvoeren van de bedrijfsstrategie, waarbij financiële expertise wordt gecombineerd met een diepgaand begrip van de markt en de concurrentie. De Chief Value Officer analyseert niet alleen financiële gegevens, maar ook externe trends, klantbehoeften en technologische ontwikkelingen om nieuwe kansen te identificeren en waarde creërende initiatieven te stimuleren.

2. Datagedreven besluitvorming

Een Chief Value Officer maakt gebruik van datagedreven inzichten om strategische beslissingen te nemen. Dit vereist het vermogen om grote hoeveelheden gegevens te analyseren en relevante informatie te extraheren. Moderne technologieën zoals kunstmatige intelligentie en geavanceerde analytische tools kunnen hierbij van onschatbare waarde zijn. Door gebruik te maken van data-analyse kan de CFO waardevolle inzichten verkrijgen in de prestaties van het bedrijf, de markttrends en de behoeften van klanten, waardoor beter onderbouwde beslissingen kunnen worden genomen.

3. Waardecreatie

Een van de belangrijkste veranderingen in de rol van de CFO naar Chief Value Officer is de focus op waardecreatie. De Chief Value Officer is niet alleen verantwoordelijk voor het beheren van de financiën, maar ook voor het identificeren en realiseren van nieuwe groeikansen. Dit omvat het ontwikkelen van innovatieve bedrijfsmodellen, het stimuleren van kostenoptimalisatie, het bevorderen van investeringen in nieuwe technologieën en het bevorderen van samenwerking tussen verschillende afdelingen binnen de organisatie. Door waardecreatie centraal te stellen, draagt de CFO bij aan de groei en duurzaamheid van het bedrijf op de lange termijn.

 

 

 

Financiele en duurzame waardecreatie

4. Duurzaamheid

De Chief Value Officer is primair verantwoordelijk voor duurzaamheid binnen de organisatie. Duurzaamheid betekent dat de onderneming zich naast eigen continuïteit in blijft zetten voor people en planet. Door hier duidelijke doelen in te stellen, een strategie in te ontwikkelen en meetbare/stuurbare kengetallen op te stellen zorgt de Chief Value Officer voor een positieve bijdrage van de onderneming aan mens en omgeving. Duurzaamheid wordt de komende jaren een belangrijke waarde driver voor ondernemingen. Organisatie die zich op dit terrein niet ontwikkelen komen in discontinuïteit.

5. Communicatie en stakeholdermanagement

Een Chief Value Officer heeft ook een belangrijke rol in communicatie en stakeholdermanagement. Het is essentieel dat de CFO effectief kan communiceren met zowel interne belanghebbenden, zoals het managementteam en de Raad van Bestuur, als externe belanghebbenden, waaronder investeerders, analisten en regelgevende instanties. Door heldere en begrijpelijke financiële rapportage en analyses te leveren, kan de CFO het vertrouwen van stakeholders winnen en een strategische partner worden in het besluitvormingsproces.

Conclusie

De transformatie van CFO naar Chief Value Officer markeert een verschuiving in de rol van financiële leiders binnen organisaties. CFO’s moeten zich aanpassen aan de veranderende zakelijke omgeving en zich richten op waardecreatie, strategische besluitvorming en het stimuleren van groei. Door gebruik te maken van geavanceerde technologieën en data-analyse kunnen Chief Value Officers beter geïnformeerde beslissingen nemen en waarde toevoegen aan het bedrijf op meerdere fronten. Hierbij is duurzaamheid en de bijdrage die organisaties leveren aan people en planet cruciaal voor de continuïteit. Het is essentieel dat CFO’s deze evolutie omarmen en hun vaardigheden en kennis blijven ontwikkelen om succesvol te blijven in de snel veranderende wereld.

Wil je meer weten over de rol van CVO en hoe dit in jouw bedrijf te realiseren is?

CSRD voor MKB: Hoe begin je ermee?

CSRD voor MKB: Hoe begin je ermee?

Ook jouw bedrijf zal er op korte termijn mee te maken krijgen: de CSRD.

De CSRD is een Europese richtlijn die bedrijven verplicht om verslag te doen over de impact van de activiteiten op mens en milieu.

De CSRD zal van grote invloed zijn op alle bedrijven, van groot tot klein. Het doel is de transitie naar een duurzame samenleving, door te rapporteren over impact én de plannen om deze te verbeteren.

Van data naar doen dus.

In deze REDtalk krijg je antwoord op de vraag: De CSRD voor MKB: Hoe begin je ermee?

 
Meer weten over de start met CSRD en klimaatneutraal ondernemen met data?

Bekijk maatschappelijk dashboard

Het maatschappelijk dashboard toont de maatschappelijke impact vanuit SDG’s en CO2-uitstoot.

CSRD voor het MKB: Duurzaamheidsrapportage voor kleine bedrijven

De EU heeft het doel om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Hiervoor is in november 2022 de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) aangenomen. Deze richtlijn bepaalt dat bedrijven vanaf 2024 verplicht zijn om te rapporteren over de impact van hun activiteiten op mens en milieu. Hoewel deze richtlijn aanvankelijk van toepassing is op grote bedrijven, zal deze ook gevolgen hebben voor MKB-bedrijven.

Als je bijvoorbeeld klanten of leveranciers hebt die onder de richtlijn vallen, kunnen zij vragen om te rapporteren over onderwerpen zoals arbeidsomstandigheden, circulariteit en CO2-uitstoot. Grote bedrijven moeten namelijk aantonen dat hun leveranciers ook aandacht besteden aan duurzaamheidsbeleid. Dit zal een voorwaarde worden voor toekomstige samenwerking.

 

Wat is het doel van de CSRD?

Veel bedrijven rapporteren over duurzaamheid, maar er is geen eenduidigheid over wat duurzaamheid is en hoe dit gemeten en gecontroleerd kan worden.

De CSRD heeft de volgende doelstellingen:

  • Standaardiseren en verbeteren van de kwaliteit van data
  • Vergelijkbare informatie voor stakeholders
  • Verhogen eigenaarschap en transparantie

Het uiteindelijke doel is om de transitie naar een duurzame samenleving mogelijk te maken.

De CSRD geldt voor bedrijven in de EU waarbij twee van de volgende criteria worden overschreden (vanaf boekjaar 2025):

  • Balanstotaal: €20 miljoen
  • Netto-omzet: €40 miljoen
  • Gemiddeld personeelsbestand: 250 FTE
Er is een indirecte impact voor leveranciers, grotere klanten, kapitaalverschaffers en investeerders.

Wat is de opbouw van de CSRD?

Volgens de CSRD-richtlijn maakt de duurzaamheidsrapportage integraal deel uit van het managementrapport en het heeft zowel terugkijkende als met vooruitblikkende elementen. De duurzaamheidsinformatie wordt gepresenteerd in vergelijking met een basisjaar.

De CSRD-richtlijn bestaat uit 3 onderdelen, afgekort tot ESG. Environment (Milieu), Social en Governance (Bestuur). Ieder onderdeel heeft verschillende onderwerpen, in totaal 10.

CSRD is gebaseerd op het principe ‘dubbele materialiteit’. Vanuit twee invalshoeken wordt gekeken naar de impact.

  • Wat is de impact van (bijvoorbeeld) klimaatverandering op de onderneming (financiële materialiteit)?
  • Wat is de impact van de onderneming op de omgeving (impact materialiteit)?

Twee onderwerpen zijn voor alle bedrijven verplicht:

  • Klimaatverandering (E1) en
  • Eigen werknemers (S1).

Je kunt hiermee beginnen zonder materialiteitsanalyse. Laten we hier eens verder op inzoomen.

Opbouw van de CSRD

Hoe kan een MKB-bedrijf aan de slag met CSRD?

Voor het onderwerp Klimaatverandering (E1) kun je relatief laagdrempelig aan de slag. Je begint met een nulmeting, analyseert de CO2-uitstoot en maakt een plan om dit te verminderen.

Breng de impact in kaart:

  • Breng in ieder geval scope 1 en 2 in kaart.
  • Kies een goede tool. Je mag ook beginnen met een eigen Excel-bestand, maar dat kost meer werk en maakt het onnodig complex.
  • Neem een goede voetdrukadviseur in de arm om de juiste inschattingen te maken en voor advies voor verbetering.
  • Het hoeft niet 100% te kloppen. Ken je aannames. Verbeter het proces van de dataverzameling en hiermee de datakwaliteit in de loop van de tijd.

Maak een transitieplan:

  • Beschrijf wat het bedrijf gaat doen om de volledige CO2-uitstoot in de waardeketen te verminderen zodat de temperatuurstijging onder de 1,5 graad blijft.
  • Ben transparant over de aanwezigheid en ontwikkeling van het transitieplan. Het hoeft er nog niet te zijn.

Het is essentieel dat de CO2-uitstoot van ons bedrijf in overeenstemming is met de doelen van het Akkoord van Parijs, namelijk een 55% reductie van CO2-uitstoot tegen 2030 en volledige CO2-neutraliteit tegen 2050. Zorg ook voor een goede en transparante opzet, aangezien een accountant in staat moet zijn om dit te controleren.

Wil je starten met CSRD voor jouw MKB-bedrijf? En met het meten en verbeteren van klimaatimpact?

7 Cruciale vragen die je moet stellen voordat je een dashboard ontwikkelt

7 Cruciale vragen die je moet stellen voordat je een dashboard ontwikkelt

Menig dashboard wordt niet gebruikt omdat het de gebruiker niet de inzichten geeft die deze nodig heeft.

Stel de volgende 7 vragen voordat je begint met de ontwikkeling van een dashboard.

 
Meer weten over de ontwikkeling naar een datagedreven organisatie?

Plan nu een afspraak in

1. Wat wil je weten?

Hiermee vraag je naar de KPI’s (kengetallen) waarmee het bedrijf gestuurd wordt. Deze hebben een verbinding met de strategie, het verdienmodel en de processen van het bedrijf.

Beschrijf deze in feiten en dimensies:

  • Feiten zijn meetwaarden die je kunt optellen: Bedrag, aantal. Bijvoorbeeld omzet of aantal.
  • Dimensie zijn het perspectief van waaruit de feiten worden bekeken. Maand, klant, regio, productgroep.

Ezelsbrug:

  • Feiten kun je optellen
  • Dimensie: wordt voorafgegaan door het woord ‘per’

2. Waarom wil je dat weten?

Stel 5x de waarom-vraag?

Wat is de vraag achter de vraag achter de vraag achter vraag?

Welke relatie is er met de strategie, processen en doelen van het bedrijf?

3. Wie is hiervoor verantwoordelijk?

Als niemand verantwoordelijk is, wie zal het dashboard dan gaan gebruiken?

Tip: Betrek de belangrijkste gebruikers bij de inventarisatie.

4. Hoe vaak zal de informatie gebruikt worden?

Wil je dagelijks inzicht? Dan is Power BI een uitstekende oplossing.

Wil je ieder jaar een overzicht? Dan is Excel je beste vriend.

5. Waar staat de data?

Waar wordt de data opgeslagen? In het financiële pakket? Of in het ERP-pakket? Is de data al benaderbaar met een connector? In welke tabellen en velden staan de velden?

Twijfel je of de kwaliteit van de data voldoende is? Een dashboard kan ook helpen om de datakwaliteit te verhogen, doordat gebruikers direct last krijgen van ontbrekende informatie. Het dashboard kan dan een rol vervullen in een zelfreinigend systeem.

6. Wat ga je doen?

Business Intelligence gaat over beslissingen en acties op basis van data. Door aan het begin na te denken over mogelijke acties, wordt het dashboard ‘action driven’.

Weet je niet welke acties je kunt ondernemen met het dashboard? Dan is het ‘nice to know’, maar geen ‘need to know’. Dan kun je het dashboard beter niet gaan maken.

7. Wat levert het op?

Gaat het dashboard bijdragen aan de verdere ontwikkeling naar een datagedreven organisatie?
Zul je in staat zijn om sneller en beter te kunnen reageren op signalen in en buiten de organisatie?
En is de tijd die je eraan gaat besteden in verhouding tot de verwachte opbrengsten?

Dan heb je een positieve business case en kun je aan de slag.

Krijg je onvoldoende duidelijk antwoorden op de 7 cruciale vragen? Dan kun je voorlopig beter geen dashboard ontwikkelen. Terug naar de tekentafel dus.

Navigatie naar een datagedreven organisatie

Onze ‘Navigatie naar een datagedreven organisatie’ staat centraal in alle fasen van ontwikkeling van onze klanten.

Van de eerste inventarisatie van wensen tot de verdieping van de KPI’s. En van het maken van de projectplanning tot de start van iedere sprint.

Meer weten? Neem contact met ons op om jouw organisatie naar een ‘next level’ te brengen.

Meer weten over de ontwikkeling naar een datagedreven organisatie?

Er is leven na de groei – Hoe kan één kernmaatregel zorgen voor een gelukkiger Nederland binnen de draagkracht van de aarde?

Er is leven na de groei – Hoe kan één kernmaatregel zorgen voor een gelukkiger Nederland binnen de draagkracht van de aarde?

In de week van de Circulaire Economie presenteerde Paul Schenderling een nieuw perspectief voor groene groei.

Schenderling is oprichter en programmaleider van Postgroei Nederland, een netwerk van deskundigen uit 11 verschillende politieke partijen. Namens deze denktank schreef hij in 2022 het boek ‘Er is leven na de groei’.

Genoeg reden dus om het boek te lezen.

 

Wat heeft groene groei ons gebracht?

Het idee van groene groei is om groei alleen toe te staan als dit hand in hand gaat met verduurzaming van de economie. Het heeft ons de afgelopen 40 jaar gebracht waar we nu staan. Het landgebruik, watergebruik, energieverbruik en de uitstoot van broeikasgassen zijn wereldwijd gestegen, in gelijke tred met de groei van de wereldeconomie.

De oorzaak hiervoor is dat economische groei telkens een deel van de milieuwinst ongedaan maakt. Proberen om tegelijk te vergroenen en te groeien is dweilen met de kraan open. Als bedrijven met nieuwe vergroeningstechnieken vervolgens de prijzen verlagen, zal de consumptie groter worden en wordt de milieuwinst ongedaan gemaakt.

Bij een opwarming van 3 tot 4 graden zal het leefgebied van maar liefst 3,5 miljard mensen tot 2070 onbewoonbaar raken.

Afremmen van productie of consumptie?

Sinds de jaren 60 consumeren we 5 keer meer, terwijl we niet gelukkiger zijn geworden.

Het huidige milieu- en klimaatbeleid richt zich vooral op de productiekant van de economie, op de bedrijven dus. Denk aan de CO2-heffing en de CSRD-wetgeving.

De consumptiekant van de economie -het gedrag van ons allemaal- blijft op dit moment vrijwel volledig buiten schot. De grote ecologische problemen van de wereld zijn echter rechtstreeks gerelateerd aan ons consumptiegedrag. Een gemiddelde Nederlander gebruikt namelijk het equivalent van 3,5 aardbol. Door deze overconsumptie raakt de aarde uitgeput.

In het laatste klimaatrapport van het IPCC wordt ook nadrukkelijk aandacht gevraagd voor beleid dat zich richt op de consumptiekant van de economie in plaats van alleen aan de productiekant.

Kernmaatregel

De kernmaatregel die Schenderling c.s. voorstellen vindt zijn oorsprong bij de Franse econoom Thomas Piketty. Piketty ziet belastingen als de voornaamste manier om de scherpe randen van het kapitalisme af te vijlen, zoals het beteugelen van onze grenzeloze verspilling.

De kernmaatregel is een milieubelasting op consumptie en het gelijktijdig verlagen van de inkomstenbelasting. De milieubelasting kan in eerste instantie gebaseerd zijn op CO2-uitstoot en uitgebreid worden naar water, materialen en land en andere vormen van milieu-impact. Hiermee wordt consumeren duurder en wordt werken beter beloond.

Het voorstel is een milieumaatregel en sociale maatregel in één. Belangrijk, want een milieumaatregel die geen rekening houdt met de sociale gevolgen, is onhoudbaar omdat er geen draagvlak voor is. Een sociale maatregel die geen rekening houdt met het milieu is eveneens onhoudbaar, omdat het de draagkracht van de aarde overstijgt.

De kernmaatregel zal ervoor zorgen dat voor 90 procent van de mensen de CO2-heffing gecompenseerd wordt door verlaging van de inkomstenbelasting. Dit geldt echter niet voor de rijkste 10 procent, wat voor die groep een stimulans kan zijn om de CO2-uitstoot te verminderen.

Een voorwaarde is dat de CO2-uitstoot van consumptiegoederen inzichtelijk is. Banken laten dat al zien op je rekeningafschrift. En zo is True Price de eerste methode die de economische-, milieu- en sociale effecten van producten in kaart brengt. Denk hierbij aan CO2 uitstoot, energie-, water- en landgebruik, maar ook onderbetaling van mensen, kinderarbeid en de gezondheid van werknemers in de keten. Ook zijn er al voorstellen gedaan om de milieu-impact van producten verplicht te vermelden bij de productinformatie. Zo worden er vanaf 2023 gefaseerd Europese Digital Product Passports (DPP’s) ingevoerd voor producten zoals consumentenelektronica, ICT, kleding, meubels en halffabrikaten met een hoge milieu-impact zoals staal en cement.

Het belastingstelsel in Nederland is degressief. De armste 50% betaalt 55% belasting (inkomstenbelasting, BTW). De middeninkomens betalen 40%, de rijkste 10% betaalt maar 36%.

Ontgroei of postgroei?

Ontgroei en postgroei zijn beide gericht op een absolute afname van de milieu-impact per persoon. Ook hebben ontgroei en postgroei beide aandacht voor een eerlijke transitie, het verminderen van ongelijkheid en het bevorderen van het welzijn van mensen.

Het voornaamste verschil tussen ontgroei en postgroei is de communicatie. Ontgroei legt meer nadruk op het verminderen van productie, consumptie en ongelijkheid. Postgroei legt meer nadruk op het tijdperk na de groei en de nieuwe mogelijkheden in dat tijdperk. Postgroei benadrukt dat we in de toekomst in materiële zin minder zullen consumeren, maar dat dit samen kan gaan met meer welvaart, meer vrije tijd, meer levensgeluk en een betere gezondheid.

Postgroei voor bedrijven

Het invoeren van een eerlijke heffing op consumptie kan bedrijven in Nederland kansen bieden. Bedrijven kunnen nieuwe producten ontwikkelen met een zo laag mogelijke milieu-impact. Omdat deze nieuwe bedrijfsstrategieën vanwege de heffing rendabel zijn, ontstaat er voor bedrijven een win-winsituatie: ze zijn in staat om met de nieuwe bedrijfsstrategieën in het heden een gezond rendement te maken en gelijktijdig om een concurrentievoordeel op te bouwen voor de toekomst.

Het is volgens de schrijvers niet nodig om op Europa te wachten. Anders dan bij andere milieumaatregelen ontstaat er geen ongelijk speelveld. De kernmaatregel is juist een belangrijk middel om de economie sneller en effectiever te verduurzamen én het verdienvermogen van Nederland te versterken.

Meer weten?

In ‘Er is leven na de groei’ is verder aandacht voor de gevolgen voor werk en zekerheid, de landbouw, energie en mobiliteit en de zorg. 

Meer weten of lezen?

  • Sufficiency: Onderzoek en advies rondom brede welvaart naar een gelukkiger Nederland dat binnen de draagkracht van de aarde leeft.
  • Justenough.nl: Voor consumenten en burgers. Een krachtig collectief dat helpt een einde te maken aan de uitputting van mens en aarde.

Hoe kun je meten of een bedrijf klimaatneutraal is?

Hoe kun je meten of een bedrijf klimaatneutraal is?

‘Het aantal bedrijven dat in 2030 vrijwel klimaatneutraal wil zijn, groeit. 59 procent van de bedrijven heeft inmiddels die ambitie, twee jaar geleden was dat nog iets meer dan 48 procent.’ 

Hoe kun je klimaatimpact meten? In deze REDtalk een mini-college over het meten van klimaatimpact van een bedrijf.

Bron: NOS, 2 november 2022

Meer weten over de ontwikkeling naar een klimaatneutrale datagedreven organisatie?

Plan nu een afspraak in

Klimaatneutraal ondernemen

Een bedrijf is klimaatneutraal als het geen CO2 en andere broeikasgassen, zoals methaan, uitstoot.

Je leest hierover meer in de REDtalk ‘6 redenen om een klimaatneutraal bedrijf te worden’.

Met welke eenheid kan klimaatimpact worden gemeten?


Om de invloed van de verschillende broeikasgassen te kunnen optellen, worden emissiecijfers omgerekend naar CO2-equivalenten. De omrekening is gebaseerd op het Global Warming Potential (GWP), dat is de mate waarin een gas bijdraagt aan het broeikaseffect.

Eén CO2-equivalent staat gelijk aan het effect dat de uitstoot van 1 kilogram CO2 heeft. De uitstoot van bijvoorbeeld 1 kilogram methaan staat gelijk aan 25 CO2-equivalenten. In de praktijk wordt vaak het woord ‘CO2’ gebruikt terwijl eigenlijk CO2-equivalenten wordt bedoeld.

Broeikasgassen zijn o.a.:

  • Kool(stof)dioxide (CO2): 84% van het volume / GWP: 1
  • Methaan (CH4): 10% van het volume / GWP: 25
  • Distikoxide: 4% / GWP: 298

Samenvattend: We meten klimaatimpact in ‘CO2-equivalenten in kg/ton per tijdseenheid’. Bedrijven tonen de CO2-impact meestal in ton per jaar.

Met welke methodiek kan de klimaatimpact van een bedrijf worden gemeten?

CO2-voetafdruk

Een CO2-voetafdruk is een optelsom van CO2-equivalenten. In een CO2-voetafdruk van de bedrijfsvoering worden hoeveelheden energie en voertuigbrandstoffen vermenigvuldigd met de bijbehorende CO2-emissiefactoren. Een voorbeeld is de CO2-emissiefactor van diesel; de uitstoot van 1 liter diesel, vanaf het winnen van de aardolie tot de verbranding in de motor, bedraagt ruim 3 kg CO2-equivalenten. Voor eenheid in de CO2-emissiefactoren wordt er een landelijke lijst met emissiefactoren beheerd: www.CO2emissiefactoren.nl. Deze CO2-factoren worden in iedere CO2-voetafdruk-instrumenten gebruikt.

Greenhouse Gas Protocol

Het Greenhouse Gas Protocol is wereldwijd het meest gebruikte protocol om uitstoot van broeikasgassen te berekenen. Het noemt een drietal scopes:

  • Scope 1: directe CO2-uitstoot, veroorzaakt door eigen bronnen binnen de organisatie. Het betreft de uitstoot door eigen gebouwen-, vervoer- en productie-gerelateerde activiteiten.
  • Scope 2: indirecte CO2-uitstoot, door opwekking van ingekochte en verbruikte elektriciteit- of warmte.
  • Scope 3: indirecte uitstoot van CO2, veroorzaakt door bedrijfsactiviteiten van een andere organisatie. Het betreft dan uitstoot door bronnen die niet in het bezit zijn van de eigen organisatie en waar ze ook geen directe invloed op kan uitoefenen.

Volgens het Greenhouse Gas Protocol – en dit is in de praktijk ook grotendeels zichtbaar – neemt een organisatie in ieder geval verantwoordelijkheid voor de CO2-uitstoot veroorzaakt door scope 1 en 2.

Science-Based Targets: Objectieve maatstaven

Het aantal bedrijven dat zich committeert aan Science-Based Targets is exponentieel toegenomen. Wat zijn Science-Based Targets?
Het internationale samenwerkingsverband Science Based Targets Initiative (SBTi) ontwikkelde een set van wetenschappelijke kaders, waarmee bedrijven hun klimaatambities in lijn kunnen brengen met die van het Klimaatakkoord van Parijs. Organisaties kunnen op een wetenschappelijk onderbouwde manier doen wat ze moeten doen om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 2 graden Celsius.

Hoe begin je met het meten van de CO2-voetafdruk van je bedrijf?

Wil je met jouw bedrijf een bijdrage leveren aan de klimaatambities?

De allereerste stap is het in kaart brengen van je huidige CO2-voetafdruk in scope 1 en 2. Het geeft inzicht in de huidige impact en in de verbeterpotentie ervan.

Voor de nulmeting is het voldoende om de huidige impact in scope 1 en 2 te meten en de verbeterpotentie in kaart te brengen. De meeste impact heeft een echter bedrijf in scope 3, dus in de keten, dat wordt in een latere meting in kaart gebracht.

Bronnen / Meer lezen: www.stimular.nl,  www.co2emissiefactoren.nl

Meer weten over de ontwikkeling naar een klimaatneutraal datagedreven organisatie?

6 redenen om een klimaatneutraal bedrijf te worden

6 redenen om een klimaatneutraal bedrijf te worden

Bedrijven hebben een grote verantwoordelijkheid om de klimaatverandering tegen te gaan. Steeds meer bedrijven claimen dan ook dat ze ‘onderweg zijn naar klimaatneutraal’. 

Wat betekent de term ‘klimaatneutraal’ dan? En waarom is het belangrijk dat bedrijven zich ontwikkelen naar klimaatneutraliteit?

 
Meer weten over de ontwikkeling naar een klimaatneutraal bedrijf met data?

Plan nu een afspraak in

Wat is klimaatneutraal?

Klimaatneutraal ondernemen betekent dat een bedrijf maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat zijn activiteiten de hoeveelheid kooldioxide en andere broeikasgassen in de atmosfeer niet verhogen. Een bedrijfsvoering is klimaatneutraal als die geen CO2 en andere broeikasgassen uitstoot. Een klimaatneutraal product heeft geen emissie van broeikasgassen in de hele productieketen inclusief de winning van grondstoffen. Voor het behalen van de CO2-doelen van het Nederlandse klimaatbeleid telt compensatie niet mee.

Klimaatverandering wordt onder andere veroorzaakt door de uitstoot van broeikasgassen. Het bekendste broeikasgas is CO2. De concentratie van CO2 in de atmosfeer stijgt door de verbranding van fossiele brandstoffen (steenkool, aardolie, aardgas). De andere broeikasgassen zijn methaan (CH4), lachgas (N2O), en oplosmiddelen en koudemiddelen. Methaan ontstaat vooral in de landbouw, veeteelt, bij delfstoffenwinning in de petrochemie en bij afvalwaterzuivering.

Waarom is het belangrijk om klimaatneutraal te worden?

1. Een betere wereld

De belangrijkste reden van bedrijven om klimaatneutraal te worden zijn de drijfveren van de ondernemer zelf of de eigenaren. Door klimaatneutrale acties te ondernemen, kunnen bedrijven hun uitstoot verminderen en zo hun bijdrage leveren aan het verminderen van de klimaatverandering.

2. Klanten

Steeds meer bedrijven en consumenten -vanuit eigen motivatie of gedwongen door wetgeving- kiezen voor duurzame producten. Zo gaat Ahold, moederbedrijf van Albert Heijn, de ‘indirecte’ CO₂-uitstoot in de komende jaren meer terugdringen dan voorheen.

Deze indirecte uitstoot van Ahold Delhaize komt vrij bij leveranciers en klanten en is goed voor maar liefst 95% van zijn totale emissie. Het zal grote gevolgen hebben voor het assortiment in de winkels en dus voor alle toeleveranciers van Albert Heijn. Boodschappen die het milieu zwaar belasten, zoals vlees en zuivel, zullen vaker plaatsmaken voor bijvoorbeeld plantaardige producten.

 

3. Wet- en regelgeving

CSRD
De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) gaat organisaties verplichten te rapporteren over hun duurzaamheidsbeleid en resultaten. De CSRD gaat naar verwachting vanaf 2024/2025 gelden. Het wordt verplicht voor grote bedrijven, dat zijn bedrijven die aan twee van de volgende drie criteria voldoen: meer dan 250 medewerkers, meer dan 40 miljoen euro omzet, meer dan 20 miljoen euro balanstotaal. De CSRD legt vanaf 2023 indirect ook verplichtingen op aan kleinere bedrijven vanwege het feit dat zij informatie over duurzaamheid moet verstrekken aan deze ketenpartners.

CO2-heffing
Voor grote industriële bedrijven die ook onder het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS) vallen, geldt sinds 1 januari 2021 een nationale CO2-heffing. De heffing geldt ook voor afvalverbrandingsinstallaties en bedrijven die grote hoeveelheden lachgas uitstoten.

Normerende Regeling Werkgebonden Personenmobiliteit
Bedrijven met meer dan 100 werknemers zijn vanaf komend jaar verplicht om de CO2-uitstoot van woon-werk en zakelijk verkeer te registreren en rapporteren. Als organisaties goed op koers liggen, blijft het bij rapporteren. Als het niet lukt, krijgen ze vanaf 2025 een verplichting om slimmer en zuiniger te reizen. Het doel van de nieuwe wetgeving is om de totale CO2-uitstoot met 49% te verminderen in 2030. Ook zal er in 2026 een maximum worden gesteld aan de uitstoot per kilometer, wat hopelijk zorgt voor ‘schonere’ ritten.

4. Kostenbesparing

Bedrijven die werken aan duurzaamheid kunnen op korte en lange termijn kosten besparen. Dat gaat veel verder dan alleen het verlagen van energiekosten door het implementeren van energie-efficiëntere systemen, zoals LED-verlichting, energiezuinige apparaten en energie-efficiënte airconditioning.

Door het verminderen van afval en uitval worden direct kosten bespaard, wat ook de koolstofvoetafdruk beperkt. Investeringen in duurzame technologieën zoals zonne-energie, windenergie, waterkracht en biobrandstoffen geven bedrijven op de lange termijn kostenbesparingen en maken ze minder afhankelijk van externe factoren. En door het verminderen van de afstanden die mensen en producten reizen, kunnen bedrijven transportkosten verlagen en de koolstofvoetafdruk verminderen.

De belangrijkste besparingen zitten in het primaire processen van het bedrijf en in de hele waardeketen. Door het stellen van duurzaamheidseisen aan leveranciers kan de CO2-voetafdruk in de keten verminderd worden.

5. Verminderen risico’s

Klimaatverandering geeft financiële risico’s. Het uitstellen van inspanningen om klimaatimpact te meten en verbeteren kan leiden tot:

  • Minder groei of zelfs verlies van klanten.
  • Negatieve publiciteit.
  • Mislopen van subsidies.
  • Boetes.
  • Stopzetting van de bedrijfsactiviteiten.

6. Financiering

Steeds meer investeringsfondsen en financiers breiden hun portefeuilles uit naar duurzame bedrijven. Hierdoor is het vandaag de dag voor duurzame bedrijven eenvoudiger om toegang te krijgen tot financiering dan voor bedrijven die alleen op winst gericht zijn.

Duurzame bedrijven komen ook vaak in aanmerking voor overheidssteun, in de vorm van leningen en subsidies. Daarnaast hebben duurzame bedrijven vaak een lager risico dan bedrijven die alleen op winst gericht zijn. Veel financiers zien duurzame bedrijven als een veilige investering, omdat ze ervan overtuigd zijn dat deze bedrijven een stabiele toekomst hebben.

Wil je een start maken met klimaatneutraal ondernemen?

Meer dan genoeg redenen om de klimaatimpact van jouw bedrijf te verminderen, toch?

Een eerste stap is het meten van de huidige CO2-uitstoot van je bedrijf.

Hoe je dat doet lees je in de REDtalk ‘Hoe kun je meten of een bedrijf klimaatneutraal is?

Meer weten over de ontwikkeling naar een klimaatneutraal datagedreven organisatie?

Waarom KPI’s niet werken. In 5 stappen van klantwaarde naar KPI-boom.

Waarom KPI’s niet werken. In 5 stappen van klantwaarde naar KPI-boom.

Een cruciale stap in de ontwikkeling naar een datagedreven organisatie is het definiëren van KPI’s.

Het (her)definiëren van KPI’s is een project op zich, waarbij je onderweg aardig kunt verdwalen in het grote KPI-bos.

Kortom: Hoe kom in je 5 stappen tot een allesomvattende KPI-boom?

Geïnspireerd door het boek ‘KPI’s die wél werken’ van Peter Geelen.

Meer weten over de ontwikkeling naar een datagedreven organisatie?

Plan nu een afspraak in

Waarom het vaak fout gaat

Misschien ken je deze anekdote wel. Een oude dame zit op een bankje in het park en kijkt naar twee werkende mannen van de plantsoenendienst. De eerste man graaft een sleuf in de grond en tweede gooit deze weer dicht. De dame is stomverbaasd en vraagt waarom ze dit doen. ‘Nou’, zegt een van de mannen, ‘onze collega die normaal de boom plant, is ziek vandaag’.

Als deze mannen met KPI’s zouden werken, dan zouden beide hun doelstellingen behalen. Maar de klant zou uiteraard niet tevreden zijn.
Zo gaat het ook vaak in bedrijven. De verkoopafdeling verkoopt artikelen met de grootste marge. Maar als hier de meeste storingen op zitten komt de serviceafdeling tijd tekort en scoort mogelijk laag op de eigen KPI’s.

Dit eilanddenken vinden we vaak terug in organisaties. We zetten de belangrijkste valkuilen op een rijtje.

5 redenen waarom KPI's niet werken

1. Eilanddenken
Als het organogram als uitgangspunt wordt genomen, stimuleert dit het eilanddenken. De gekozen KPI’s kunnen tegenstrijdig zijn waardoor iedere afdeling alleen voor het eigen resultaat gaat.

2. Frequentie
Vaak worden KPI’s op maandbasis gepresenteerd omdat dit aansluit bij de rapportagefrequentie van de financiële afdeling. Een salesafdeling zal echter vaak inzicht op week- of zelfs dagbasis willen hebben, terwijl productontwikkeling op kwartaalbasis gevolgd kan worden.

3. Te veel doelen en KPI’s
Op managementniveau worden vaak al te veel doelen en KPI’s bepaald. Bij doorvertaling naar de afgeleide doelstellingen leidt dit tot een oerwoud aan KPI’s.

4. Geen samenhang
Vaak worden KPI’s achter elkaar opgesomd in de maandelijkse rapportage, waardoor veel informatie verloren gaat. De samenhang tussen de KPI’s is niet duidelijk en de interpretatie van relaties tussen KPI’s, oorzaken en gevolgen is onmogelijk.

5. KPI’s per eiland bespreken
Het eilanddenken uit punt 1 wordt versterkt doordat de KPI’s ook per eiland besproken worden. De verantwoordelijke personen leggen uit waarom het goed gaat en vertonen defensief gedrag als het minder goed gaat.

Maar hoe dan wel? Van klantketen naar KPI’s

De kern bij falende KPI’s is samen te vatten in één woord: het ontbreekt aan samenhang. Een goede KPI heeft samenhang met de strategie, bedrijfsdoelstellingen, waardepropositie en met de klantketens.

Het definiëren van klantketens is nieuw voor veel managementteams. Organisaties denken vaak vanuit het organogram (verkoop, inkoop, productie). Klantketens worden bepaald door de manier waarop een klant je organisatie beleeft.

Een innovatief productiebedrijf kan de volgende klantketens onderscheiden:

  • Lanceren van nieuwe producten en diensten
  • Verkopen en leveren van producten
  • Verlenen van service
  • Afhandelen van klachten

Het ontwikkelen van KPI’s doe je niet op een achternamiddag. Het KPI-programma is een cruciaal project dat geleid dient te worden door de CEO of directeur. Hij of zij zal de samenhang tussen strategie, operatie en de klantketens het beste kunnen duiden.
Het KPI-programma is een project dat je kunt doorlopen volgende 5 stappen. Plan voor iedere stap minimaal één sessie met de verantwoordelijke personen voor de klantketen.

1. Denk vanuit dromen, strategie en doelen

Wij gebruiken het strategiehuis als metafoor die een logische, visuele verbinding maakt tussen missie, visie, klantketens, processen, doelstellingen en KPI’s.

Het strategiehuis heeft een belangrijke communicatiefunctie in het bedrijf: het maakt duidelijk in welke richting een bedrijf gaat en wat de doelstellingen zijn. En het maakt die doelstellingen ook concreet met KPI’s per klantketen.

In deze eerste stap bepaal je de doelstellingen voor de organisatie, dit doe je op 4 gebieden:

Het strategiehuis is een metafoor die een logische, visuele verbinding maakt tussen missie, visie, klantketens, processen, doelstellingen en KPI’s. (Bron: De wendbare organisatie, Leo Kerklaan)
  • Droomdoel: Wat is het grote doel (BHAG) dat de organisatie wil bereiken?
  • Groeistrategie: In welke product-marktcombinaties wil je groeien
  • Productiviteitsstrategie: Wat is de kern van het verdienmodel? Een kapitaalintensief bedrijf denkt in bezettingsgraden. Een productiebedrijf meet voor- versus nacalculatie. Een verzekeringsmaatschappij in kosten per afgehandelde claim.
  • Waardepropositie: Wat is je waardepropositie? Het lastige hierin zit niet in het bepalen van KPI’s, maar in het maken van keuzes. Ben je productleider, ga je voor intimiteit met de klant of onderscheid je je operational excellence?

 

‘Als er iets misgaat in een organisatie, dan is dat in 70 tot 80% bij de overdrachtsmomenten. Organisaties die de KPI’s baseren op het organogram kijken dus naar maar 20 tot 30% verbeterpotentieel.

Bron: KPI’s die wél werken – Peter Geelen

  • Tip: Vul de bovenste 2 lagen van het strategiehuis in (missie, visie, doelstellingen).
 

2. Denk vanuit klantketens en waarde

Iedere klantketen zal waarde leveren: waarde aan de klant en waarde voor het bedrijf. In deze fase bepaal je de klantwaarden en interne waarden van een klantketen.

Voor de keten ‘Verkopen en leveren van producten’ kunnen dit de klantwaarden zijn:

  • Op tijd leveren
  • Alles in één keer goed leveren
  • Duidelijke communicatie rondom levering en facturatie
  • Vriendelijkheid bij alle klantcontacten

En de interne waarden kunnen zijn:

  • Optimale voorraad in het magazijn
  • Juiste producten op het juiste moment leverbaar
  • Goede bezettingsgraad van de afdelingen

Veel bedrijven slaan deze stap over waardoor een onoverbrugbare kloof ontstaat tussen de waardepropositie en de KPI’s. In deze fase maak je de ‘kwalitatieve verbinding’ tussen enerzijds de waardecreatie en de strategie. Het is de basis voor de volgende stap, het bepalen van de KPI’s.

  • Tip: Vul de 3e laag van het strategiehuis in, klantketens, met hulp van onderstaande tabel.

3. Bepaal de KPI-boom en KPI-definitietabel

De volgende stap is het opstellen van een KPI-boom. Een KPI-boom geeft alle oorzaak- en gevolgrelaties weer tussen KPI’s in de keten en laat zien hoe deze bijdragen aan de resultaat-KPI’s. Een goed begrip van de processen in de organisatie is hierin belangrijk.

Een KPI-boom voor het proces ‘Verkopen en leveren van producten’ kan er als volgt uitzien.

Een KPI-boom geeft alle oorzaak- en gevolgrelaties weer tussen KPI’s in de keten en laat zien hoe deze bijdragen aan de resultaat-KPI’s. Bron: Peter Geelen.

Je maakt de KPI-boom op basis van de eerder gedefinieerde klantwaarden en interne waarden. Zorg ervoor dat je hierin zowel productiviteit, tijdigheid als kwaliteit afdekt. De laatste wordt vaak ‘vergeten’. Het effect laat zich raden. Een medewerker handelt bijvoorbeeld veel calls op een dag af, maar klanten zijn niet tevreden en er ontstaan veel nieuwe calls.

In de KPI-boom is nog niet exact gedefinieerd wat de KPI inhoudt. Dat doe je in de KPI-definitietabel. Hierin staat uiterst precies beschreven hoe een KPI wordt gemeten, waar de data staat, wat de norm is etc. Een volledige uitleg over de KPI-definitietabel lees je hier.

Mogelijk wordt de KPI-definitietabel uitgebreid met een dimensietabel. Voor omzet kunnen bijvoorbeeld de dimensies accountmanager, productgroep en regio bepaald worden.

  • Tip: Bepaal de KPI-boom per klantketen. Begin met de klantketen waar je meeste progressie verwacht te boeken..
  • Tip: Bepaal de KPI-definitietabel.

4. Bepaal de visualisaties

De kunst van visualisaties is om vanuit de perceptie van de gebruiker de juiste inzichten te geven. Inzichten die komen uit alle voorgaande stappen, dus verbonden met strategie, waarde etc.

REDview BI maakt hiervoor gebruik van de internationale standaard IBCS. Hiermee zie je in één oogopslag met welke kengetallen je voor of achter loopt.

Visualisaties dienen zoveel mogelijk ‘actionable’ te zijn. Zo geeft een visualisatie met de gemiddelde doorlooptijd van offertes wel (management)inzicht, maar als gebruiker weet je nog niet wat je direct kunt doen om deze te verlagen. Beter is om deze KPI te presenteren als ‘open stand’. Hierin toon je het aantal offertes dat nú open staat, gepresenteerd met een grafiek dat het aantal dagen toont. Offertes die over de datum zijn hebben een rode kleur, overige oranje en groen.

Visuals die in één oogopslag aangeven wat de verschillen zijn met de begroting.

5. Naar beslissingen en actie

Business Intelligence gaat simpelweg over 2 centrale vragen:

  • Wat wil je weten?
  • Wat ga je doen (met deze inzichten)?

Deze vragen staan centraal in alle voorgaande stappen en zijn -met een aantal verdiepende vragen- beschreven in de ‘Navigatie naar een datagedreven organisatie’.

De sturing van een organisatie zal doorgaans gebeuren op 3 niveaus:

  • Strategisch
  • Klantketen
  • Team / afdeling

Op elk niveau worden prestatiegesprekken gevoerd. Belangrijk is hierin om de businessvraagstukken centraal te stellen. Dus niet vanuit de data naar inzichten, maar vanuit de business op zoek gaan naar verklaringen, oorzaak-gevolgen en mogelijke acties.

 

Meer weten over de ontwikkeling naar een datagedreven organisatie?

To datawarehouse or not to datawarehouse?

To datawarehouse or not to datawarehouse?

Bij de implementatie van BI-tools en Power BI-dashboards komt vaak de vraag ter sprake of een datawarehouse nodig is.

In deze REDtalk geven we uitleg over wat een datawarehouse is en welke keuzes REDview BI maakt voor de eigen REDboards en overige BI-oplossingen.

 
Meer weten over de ontwikkeling naar een datagedreven organisatie?

Plan nu een afspraak in

Wat is een datawarehouse?

Een datawarehouse is een integrale database waar je relevante, gestructureerde data uit verschillende bronnen op onderwerp gerangschikt kan terugvinden, combineren en analyseren.

In de meeste smalle definitie is een datawarehouse een kopie van de transactionele data, waardoor de operationele systemen wordt ontlast. In een BI-tool als Power BI volgen de vervolgstappen: het transformeren van de data (het ETL-proces), het stermodel , de metingen en de visuals.

DIt kunnen we dit als volgt schematisch weergeven.

Een datawarehouse in de meest smalle definitie.

Voordelen van een datawarehouse

Een datawarehouse kan de volgende voordelen bieden (bron: De intelligente datagedreven organisatie – Daan van Beek):

  • Verbeteren van de integratie van data
  • Creëren van een versie van de waarheid
  • Verlagen van de responsetijd
  • Flexibeler en sneller rapporteren
  • Opbouwen van historie
  • Verhogen van de datakwaliteit
  • Ontlasten van operationele systemen
  • Verhogen van de herkenbaarheid
  • Verbeteren van de vindbaarheid

Voor 2 van deze punten is een datawarehouse een must: het verbeteren van de integratie van data (uit meerdere bronnen) en het opbouwen van historie. In dat geval zullen het ETL-proces, stermodel en metingen ingericht worden in het datawarehouse. Hiermee kan bijvoorbeeld één definitie van ‘klant’ worden gegeven, ook als deze uit verschillende systemen komt. 

Dit kunnen we als volgt weergeven:

Een datawarehouse volgens de brede definitie.

REDview BI en datawarehouses

Welke keuzes maakt REDview BI als het gaat om datawarehouses?

REDview BI kijkt per project naar de wensen van de klant, op korte en lange termijn, om te zien of een datawarehouse nodig is. We zetten de volgende opties in:

  1. Geen datawarehouse bij een enkele databron.
  2. Smal datawarehouse, met hierin het ETL-proces voor snelheid en eenduidigheid.
  3. Gefaseerde opbouw van een datawarehouse, met cloudoplossingen zoals Azure Data Factory.

Bij iedere keuze houden we rekening met de schaalbaarheid van de oplossing. Er zijn voldoende technische mogelijkheden om een klein datawarehouse stap voor stap uit te breiden.

Bekijk onze Power BI-dashboards

Financieel

Realtime inzicht in het resultaat vergeleken met de begroting en vorig jaar. Doorklikbaar tot op boeking. Consolidatie.

Sales en marge

Razendsnelle analyses van het rendement van klanten, klantgroepen, producten, productgroepen en leveranciers.

Projecten en uren

Meer grip op projecten door realtime inzicht in het rendement van projecten, medewerkers, voortgang, declarabiliteit.

Liquiditeit

Geeft visueel inzicht in de financiering van de activiteiten en de ontwikkeling van de liquiditeit. Meerdere entiteiten. Consolidatie.

Maatschappelijk

Toont alle relevante kengetallen van impact op planet en people, gebaseerd op SDG's. Praktisch toepasbaar. SDG's.

Incompany Power BI training

Ontwikkel je bedrijf naar een datagedreven organisatie met Power BI. 3 dagen praktijk + 2 dagen online training.

Meer weten over de ontwikkeling naar een datagedreven organisatie?